Arthur Edward Waite

Edward Waite


Arthur Waite werd geboren in Brooklyn, NY, op 2 oktober 1857. Zijn vader Charles F. Waite was een kapitein in de Amerikaanse Marine,  zijn moeder Emma Lovell was Engelse en de dochter van een rijke koopman uit Londen die handel voerde met Oost-Indië.
Nog maar een jaar oud stierf zijn vader op een reis van Amerika naar Londen
(Connecticut, Waite's vader stierf op zee op 29 september 1858)
Zijn moeder weduwe en zwanger op dat moment van haar tweede kind, is vlak na de bevalling van zijn zuster Frederika,  met de kinderen teruggegaan naar Londen.
Wat niet algemeen bekend is, is dat de kinderen als onwettig waren geboren, want Emma en Kapitein Waite waren nooit wettig getrouwd, haar familie had hiertegen bezwaar gemaakt.  
Door de voortdurende familiestrijd, ook nadat zij was teruggekeerd in Londen, werd ze gedwongen haar kinderen in de armere voorsteden ten noorden en ten westen van Londen op te voeden.  
De afwijzing van haar familie was ook de oorzaak dat zij zich met  haar kinderen bekeerde tot de rooms-katholieke kerk.
Ondanks dat zij het niet erg breed hadden , deed Emma haar best om Arthur een goede schoolopleiding te geven, eerst op kleine particuliere scholen in Noord-Londen, en vervolgens in St. Charles College, een katholieke school in Baywater.  
Na het verlaten van de school, begon Waite  als klerk te werken en in zijn vrije tijd schreef poëzie en romantische fictie.  
Waite bracht een groot deel van zijn leven in en rondom Londen door, als een productief schrijver werd hij al snel verbonden met diverse uitgeverijen.
Zijn eerste gepubliceerde werk was  An Ode to Astronomy  - Een ode aan de sterrenkunde (1877), daarna publiceerde hij vele gedichten en verhalen in kleine literaire tijdschriften, later werkte hij ook bij een klein tijdschrift The Unknown World.  
In 1886 verscheen zijn eerste grote occulte werk :
The Mysteries of Magic, a Digest of the writings of Eliphas Levi  (Redway 1886).
Na de dood van zijn zus in 1874, verloor Waite zijn interesse in de rooms-katholieke kerk, maar blijft een grote liefde behouden voor haar rituele ceremonieën, later zou hij gebruik maken van diverse aspecten van het Rooms-Katholicisme in zijn eigen rituele.
Waite begon vervolgens met het verkennen van alternatieve paden van spiritualiteit en occultisme.
Hij begon met spiritisme, maar  het  was niet wat hij  zocht en gaat over  naar het Theosofische Genootschap
Dit vond hij fascinerend, maar hij keurde de anti-christelijke tendens, de leidende kracht die hij vond in de werken van H.P. Blavatsky af.
In  die tijd was  Waite een regelmatig bezoeker in de bibliotheek van het British Museum, hij bestudeerde  vele takken van de esoterie.
Het was hier dat hij de geschriften en leer van Eliphas Levi tegenkwam en zich  realiseerde waar zijn richting lag.
Alhoewel hij al vele gedichten en romances had geschreven en gepubliceerd, herkende hij ook zijn tekortkomingen en daarom besloot hij zich te concentreren op een loopbaan als criticus en samensteller over de geschiedenis en de leerstellingen van het occultisme.  
Het was  tijdens zijn studie aan het British Museum dat hij voor het eerst in contact kwam met namen als Mac Gregor Mathers,  een van de oorspronkelijke oprichters van de 'Orde van de Golden Dawn'.


Circa 1890's

Edward Waite


In 1884 trouwt hij met Ada Lakeman 'Lucasta' met wie hij een dochter Sybil Waite had.
In januari 1891, werden Waite en 'Lucasta'  ingewijd in de eerste  graad (Neophyte grade) van de  Orde van de Golden Dawn.  
Maar Lucasta was niet erg enthousiast en Waite’s  aanwezigheid  en  betrokkenheid was minimaal.
Waite had altijd voorkeur  voor het  mystieke pad  in plaats van het occulte zodat hij het vaak oneens was met Mathers en hij heeft zich daarom ook nooit gelukkig gevoeld in de originele Golden Dawn.  
In april 1892 was hij  gevorderd tot de 4e   van de  7 rang maar Waite was nog steeds niet gelukkig in de Orde en verliet deze  in 1893  om 3 jaar later weer terug te keren.
De Golden Dawn was  in 1897 al aan het afbrokkelen toen dr. Westcott, als het hoofd van de orde in Londen, werd gedwongen af te treden.
In 1899 begon Waite een Tweede Orde en begon zijn weg naar de top.
In de tussentijd om zijn eigen proces te ondersteunen richtte Waite zijn aandacht op de Vrijmetselarij. Waar hij in 1902 werd geïnstalleerd als ridder van de Tempeliers bij de Consecration of the King Edward VII Preceptory.
Twee maanden later in april 1902 werd hij ook lid van de Societas Roscicruciana (Rozenkruizers) in Anglia (S.R.I.A.), waar ook leden van de Golden Dawn waren.
In 1903 werd de oorspronkelijke Orde van de Golden Dawn  getroffen door vetes, onenigheid  en schandalen, om zich uiteindelijk op te splitsten in aparte en onafhankelijke groepen.
Degenen die trouw bleven aan Mathers vormden de "Orde van de Alpha et Omega Temple", terwijl Waite hoofd werd van de oorspronkelijke Isis-Urania Tempel of the Golden Dawn.  Veel leden  van  Golden Dawn bleven  bij de groep van Waite, die hij de Orde van de onafhankelijke en gerectificeerde rite had genoemd.
 Waite had de theorie dat alle esoterische praktijken en tradities, of het nu alchemy, de Hebreeuwse kabbalah, rozenkruizers,  of de vrijmetselarij betrof, geheime paden waren naar een directe ervaring met God
Hij was ervan overtuigd dat de symboliek in elk van deze tradities een gemeenschappelijke basis en een gemeenschappelijk doel heeft en dat de juiste interpretatie zou leiden tot een openbaring van verborgen manieren om spirituele verlichting te verkrijgen.

 

Circa 1910

Edward Waite


In 1909 als hoofd van de afgesplitste  Isis-Urania Temple of the Golden Dawn, had Waite  zojuist zijn boek De sleutel tot de Tarot  geschreven en zocht hij iemand om het te illustreren.
Een van zijn leden was een geslaagde kunstenares Pamela Colman Smith,  in zijn  opdracht en met zijn medewerking ontwierp zij een mooi set tarot kaarten.  Het belangrijkste is de illustratie van alle kaarten, niet alleen de grote arcana, maar ook op de kleine arcana kaarten  net als de Sola Busca tarot eind 15e eeuw.
Hij maakte in de tijd dat hij lid was in de Eerste orde van de Golden Dawn ook het legpatroon het  Keltische Kruis populair.
Maar veel leden van de oude groep vonden het niet leuk dat in de nieuwe Orde, door Waite, de magie werd vervangen door mystiek.
Dit leidde tot een scheuring van  de meer magische geneigde leden, (onder wie dr. Robert William Felkin en John William Brodie-Innes,) en zo ontstond de  "Orde van de Stella Matutina". ( De morning star)
De nieuwe Orde van Waite hield het  een paar jaar vol , maar er was een groot verloop onder de leden en veel strijd, uiteindelijk werd in 1914  de Orde ontbonden
Een jaar later vormde hij the Fellowship of the Rosy Cross. Rond die tijd waren er nog ongeveer ander half dozijn achterblijvers van de originele Golden Dawn, maar deze mannen kregen de vereniging nooit meer op peil.

 

Circa 1921
Edward Waite


The Fellowship of the Rosy Cross heeft net als veel van de andere orders, na het ter ziele gaan van de Golden Dawn, geleidelijk zijn dynamiek  verloren Na de neergang van de beurs, ging het gerucht dat zijn huwelijk met 'Lucasta' was verslechterd, en dat hij met zijn secretaresse in (Penywern Road, Earl’s Court) , in Londen samenwoonde.  
Ze lijkt hem te aanbidden, en hielp hem door een moeilijke tijd.  
In 1920, verhuisde  Waite  van Londen naar Ramsgate in Kent, om meer tijd te kunnen besteden  aan zijn geschriften
Na de dood van 'Lucasta' in 1924, trouwde hij met Mary Broadbent Schofield

 

Circa 1932
Edward Waite


Waite overleed op 19 mei 1943 en werd begraven op het kerkhof op Bishopsbourne in Kent, waar hij het grootste deel van zijn laatste jaren heeft geleefd.
Ondanks zijn vruchtbare bijdragen aan de rituelen en lezingen over de geschiedenis van de vrijmetselarij, kreeg hij slechts een korte vermelding,
( drie-paragraaf doodsbrief) in
De Vrijmetselaars' Chronicle
(Vol. 135, blz. 178, 6 juni 1942).  
Daarin werd hij alleen maar genoemd als dichter en schrijver over de vrijmetselarij.  
Waite was een zeer productief schrijver van meer dan zeventig boeken, lezingen, rituelen en de bijdragen aan tal van tijdschriften en magazines, de blijvende erfenis van Waite is niet door zijn boeken, maar door zijn creatie van het  Rider Waite Tarot deck.  

 

Door Waite geproduceerde  geschriften en wetenschappelijke werken, zijn o.a.vertalingen van Eliphas Levi en Papus, alsmede heruitgaves  van mystieke en alchemistische werken zoals die van Thomas Vaughan.   
Enkele van zijn belangrijkste werken zijn:  
The Mysteries of Magic (1886) Handbook of Cartomancy ( 1889)
The Occult Sciences (Keagan Paul – 1891)
Devil-Worship in France (Redway 1896)
Louis Claude de Saint-Martin ( 1901) Studies in Mysticism (1906)
A New Encyclopaedia of Freemasonry (1921)
Emblematic Freemasonry (1925)
The Secret Tradition in Freemasonry ( 1937)
His autobiographical Shadows of Life and Thought (1938) 
Andere boeken zijn:  
Book of Ceremonial Magic,
Book of the Holy Grail,
Quest of the Golden Stairs,
Belle and the Dragon,
Unknown World,
Works of Thomas Vaughan,
The Way of Divine Union,
Strange Houses of Sleep,
Azoth or the Star in the East,
Book of Spells,
Collected Poems of Arthur Edward Waite,
The Golden Dawn Tarot,
Hermetic and Alchemical Writings of Paracelsus,
Hidden Church of the Holy Grail,
Raymond Lully: Illuminated Doctor,
Alchemist and Christian Mystic,
Secret Doctrine in Israel,
Three Famous Mystics,
Turba Philosophorum,
Understanding the Tarot Deck
,
The Way of Divine Union .


Carla Jadôt

Dit artikel heeft in het Tarotmagzine no 39 van Juli 2010 gestaan.

 

[top]